top of page
  • toniebroekhuijsen

Klanten verleiden, misleiden... en wat als echt niet van vals te onderscheiden is?

Verleiden en misleiden heeft alles te maken met suggestie: het idee dat je als koper iets bijzonder aanschaft, iets unieks, iets wat veel waard is en wellicht in waarde zal gaan stijgen. In de kunstmarkt is ‘echtheid’ een belangrijk criterium als het gaat om het werk van grote kunstenaars. Logisch, want dat soort kunst wordt vaak als belegging gebruikt. Maar wat als echt niet van vals te onderscheiden is, vraagt media-expert Tonie Broekhuijsen zich af.




Bijna nergens speelt geloof in een product een grotere rol dan in de kunstmarkt. Of het nu gaat om jonge, aanstormende kunstenaars of grote gevestigde namen: geloof dat het werk écht is, uniek en enig, en dus van waarde, speelt bij alle kopers in op hebberigheid en kooplust. Dit is van mij! Kijk eens, wat ik een bijzonder schilderij heb weten te scoren.


Geloof in echtheid en waarde

Natuurlijk vinden de kopers het werk mooi, natuurlijk gaat het hen vooral om de kunst zelf, natuurlijk is de waarde niet meer dan een bijzaak, maar stel je voor…


Bij het televisieprogramma ‘Tussen Kunst & Kitsch’ wordt de ontgoocheling van erfgenamen die dát oude schilderijtje van tante Mies graag willen verpatsen altijd trefzeker in beeld gebracht: ‘Oh, dat is niet erg, hoor!’, terwijl de teleurstelling van de gezichten druipt.


Het kopen van kunst van onbekende kunstenaars heeft ook iets van een loterij. Mooi werk, maar stel je voor dat zij of hij over een paar jaar écht doorbreekt. Dan kan het toch óók een goede investering zijn…


Waarde van echtheid

Een eeuwigheid geleden bezocht ik samen met een vriend een verkooptentoonstelling van de wereldberoemde schilder Salvador Dalí. In een treurig achterafzaaltje in een groot vergaderhotel in Amsterdam-Zuid hingen een stuk of dertig litho’s aan de muur, alle voorzien van handtekening en nummer, om aan te geven dat het om een beperkte oplages ging. De tekeningen waren honderd procent herkenbaar als het werk van Dalí, maar de prijzen varieerden rond de 1000 gulden. Teveel voor studenten als wij; belachelijk goedkoop voor een échte Dalí. Later leerde ik dat Dalí er zelf absoluut geen moeite mee had om zijn handtekening onder allerlei goedkoop drukwerk te zetten, en daar ook rijkelijk voor werd beloond.


Certificaat van échtheid

De overtreffende trap van de kunstenaar die zijn publiek weet te verleiden, is natuurlijk de vervalser - wat overigens een ondankbare naam is voor iemand die het talent heeft om net zo goed te schilderen als de meesterschilders zelf.


Afgelopen maand zag ik een uitzending van Ivo Niehe ter ere van de tachtigste verjaardag van Geert Jan Jansen. Een ogenschijnlijk aimabele man, die ooit bekend werd vanwege zijn ‘meesterlijke’ vervalsingen van schilderijen van Karel Appel, Salvador Dalí, Picasso, David Hockney, Henri Matisse, Gauguin, Kees van Dongen, en ik vergeet er vast nog een paar. Eén ding hebben al deze wereldberoemde kunstenaars gemeen: hun werk brengt bij galerieën en veilingen veel geld op. Erg veel geld.


Geert Jan Jansen: 1600 unieke werken

Voor wie Jansen niet kent, even een korte biografie: na een voortijdig afgebroken studie kunstgeschiedenis begon Jansen zijn carrière als een weinig succesvolle galeriehouder. Om de huur te kunnen betalen, schilderde hij het werk van Karel Appel na, en met succes. Appel heeft sommige schilderijen van Jansen zelfs voorzien van een certificaat van echtheid.


Voor de buitenwereld bleef Jansen twintig jaar lang de kunsthandelaar, die elke keer weer prachtig, uniek werk van beroemde kunstenaars ontdekte. Ondertussen schilderde hij zich suf, op de Franse boerderij waar hij neerstreek. Hij liep tegen de lamp met een vervalsing van Marc Chagall, vanwege een spellingsfout op een certificaat van echtheid. Toen de Franse politie hem eindelijk wist op te sporen, vonden ze 1600 ‘unieke werken’: schilderijen en tekeningen, die nog verkocht moesten worden.


In de Franse gevangenis schreef Jansen zijn hilarische autobiografie onder de titel ‘Magenta’. Het boek – uitsluitend tweedehands verkrijgbaar - leest als een ouderwetse schelmenroman, met wijsheden die elke ondernemer zal omarmen: ‘No money in the pocket, but a future full of possibilities’.


In de documentaire vraagt Ivo Niehe Jansen uiteindelijk de vraag die bij iedereen leeft: hoe kon hij ruim twintig jaar lang onontdekt al deze vervalsingen verkopen? Jansen glimlacht, en geeft het antwoord dat elke doorgewinterde copywriter, marketeer en reclamegoeroe zal herkennen. Hij verkocht het werk niet, het werk verkocht zichzelf.


Hij liet zijn vervalsingen door gerenommeerde kunstexperts in Parijs beoordelen. De suggestie van échtheid was meer dan genoeg om hen te overtuigen: ,,Ik zei nooit: dit is een Matisse. Ik liet ze het werk gewoon zien. Zij zeiden dan tegen mij: dit is een hele belangrijke tekening van Matisse! Ze herkenden het model ook.” En dan werd de tekening afgestempeld als ‘authentiek’. “En ik sprak ze dan niet tegen, want zij hadden ervoor gestudeerd.”









bottom of page