- toniebroekhuijsen
Rutte IV moet nu de ellende van Rutte III oplossen
Bijgewerkt op: 4 dec. 2022
Als leerling-journalist versloeg Tonie Broekhuijsen in de vorige eeuw voor de Vrije Westfriese krant de ruilverkaveling in het West Friese Grootslag. De ruilverkaveling in Nederland was de opmaat naar de schaalvergroting in de landbouw van nu. Het is geschiedenis. En geschiedenis herhaalt zich nooit, maar rijmt soms wel. Een terugblik.

Groot interview met tuinder Jaap Meester in De Telegraaf 4 december 1982, die ik zelf eerder dat jaar voor de Vrije Westfriese Krant interviewde.
"Van tijd tot tijd word je rustige leven hier op het platteland verstoord door de een of andere instantie met plannen voor het gebied waar je woont en je brood mee verdient (…). Nu zijn er dan weer plannen voor een ruilverkaveling, die onrust brengt bij velen van ons. Het gebied waar wij wonen, heeft geen behoefte aan ruilverkaveling. Het brengt voor ons allemaal kosten mee, waar je je hele leven niet vanaf komt.”
Strijd tegen plaatselijke ruilverkavelingscommissie
Was getekend: familie Z. uit Gorredijk; een ingezonden brief in de Leeuwarder Courant, februari 1981. Later dat jaar reed ik op een brommer naar de boerderij van Jaap Meester, aan de overkant van het IJsselmeer, in het West-Friese Andijk. In het Grootslag, een polder ten westen van Enkhuizen, streden de tuinders tegen de plaatselijke ruilverkavelingscommissie. Meester ging in 1982 met succes in hongerstaking (zie het krantenartikel uit De Telegraaf van 4 december 1982 hierboven). Met zijn eenmansactie haalde hij alle landelijke kranten. Zelfs de minister van Landbouw bemoeide zich er mee.
Het is geschiedenis. En geschiedenis, zo wist de Amerikaanse schrijver Mark Twain al, herhaalt zich nooit, maar rijmt soms wel. Ruilverkaveling werd in Nederland aan het begin van de vorige eeuw ingevoerd. Het idee was simpel: door vererving hadden boeren overal kleine stukjes grond, die niet altijd naast de boerderij lagen. Soms moesten ze kilometers ver rijden om hun grond te bewerken of het vee te laten grazen. Dankzij ruilverkaveling kregen de boeren weer grond rond hun eigen boerderij. Schaalvergroting was het antwoord op het kleinschalige boeren: met grote machines kon je met minder mensen meer werk verzetten. Waar je vroeger langs kronkelende beekjes, heggetjes en over kerkpaden liep, kon je nu, zoals in de Flevopolder, over asfalt dwars door het rechtgetrokken landschap rijden.
Een ware veldslag
Maar juist dat, die totale verandering van het landschap, ging niet zonder slag of stoot. In het Overijsselse Tubbergen woedde begin jaren zeventig een ware veldslag tussen boze boeren en de politie. In het Grootslag waren tuinders als Jaap Meester niet per se tegen de ruilverkaveling. Boerenfamilies hadden eeuwenlang hun eigen stukjes grond bewerkt. Nu werd de vruchtbare grond gebruikt om sloten te dempen en rechte wegen aan te leggen; de kwaliteit van de grond, die na de herverkaveling rond hun boerderij lag, was slechter dan voorheen. Opvallend genoeg was dat niet zo bij de leden van de plaatselijke ruilverkavelingscommissie. Bij Jaap Meester wilde er zelfs geen gras groeien. De tuinders zagen hun opbrengsten verschrompelen, maar moesten wel meebetalen aan de ruilverkaveling.
Schadevergoeding
Bij wet was het zo geregeld dat schadeclaims pas na afloop van de verkaveling in het gebied konden worden ingediend; een proces dat al snel tien tot vijftien jaar duurde. In 1973 kreeg Jaap Meester zijn nieuwe grond aangewezen. Na twee hongerstakingen - in 1982 hield hij het 85 dagen vol, in 1984 105 dagen - bood het ministerie hem een baan aan. De schadevergoeding die hij na elf jaar procederen had ontvangen, was niet genoeg om de schulden af te betalen die hij had moeten maken: zijn land en schuur was hij al kwijt.
De ruilverkaveling van toen was de opmaat naar de schaalvergroting van de landbouw nu. In die tijd was al bekend dat het overvloedige gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen niet goed was voor natuur, mens en dier. Maar het idee van schaalvergroting en industriële productie voor de export was voor steeds meer belanghebbenden in de landbouwsector lucratief: de Rabobank, Campina, de kunstmest- en veevoederfabrikanten, exporteurs, slacht- en veevoederbedrijven, inclusief de Landbouwhogeschool, later de Universiteit van Wageningen.
Lobby-macht agrarische grootbedrijven
Landbouwbedrijven werden groter, kleine boeren hingen hun riek aan de wilgen. Landbouwministers luisterden liever naar de lobby van agrarische grootbedrijven dan naar milieuorganisaties die wezen op de Europese richtlijnen. Die lobby's hadden effect. Zo introduceerde het tweede Kabinet Rutte in 2015 zelfs een sjoemelwet, die ervoor zorgde dat boeren dankzij toekomstige investeringen in bijvoorbeeld luchtwassers en innovatieve stalsystemen, toch een vergunning kregen om hun bedrijf uit te breiden. Een voorschot op de toekomst dus. De Raad van State ging daar niet in mee en in 2019 werden de vergunningen in de prullenbak gegooid. Kabinet Rutte IV moet nu de ellende van kabinet Rutte II opruimen.
Dat boeren boos zijn op de zwalkende overheid is te begrijpen. De overheid dient het algemeen belang, niet het specifieke belang van een lobbygroep. Denk aan de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting om het hoofdkantoor van Unilever in Nederland te houden. Onhandig en onverstandig. PR-grondlegger Edward Bernays schreef al in 1928: ,,Een proefballonetje oplaten is een methode waar weinig rechtvaardiging voor te vinden valt. Als een leider een echte leider is dan zal hij door het bekwame gebruik van propaganda in staat moeten zijn om het volk te leiden, in plaats van het te volgen…”
Stikstofdoelenkaart
Christianne van der Wal, de minister voor Natuur en Stikstof, is helder in wat er nu moet gebeuren. En terecht. Onhandig is de manier waarop ze haar boodschap via de stikstofdoelenkaart met de agrarische sector heeft gedeeld. Die kaart heeft als een bom gewerkt, met alle boosheid en extreme acties van de afgelopen weken tot gevolg. Onhandig is ook dat de rijksoverheid weliswaar een dikke pot met geld, 25 miljard euro, heeft neergezet om stikstofvervuilers ‘uit te kopen’, maar de uitvoering aan de provincies overlaat.
Zie de ruilverkaveling: dat kan ongelijkheid in de hand werken. Inmiddels is de kaart van tafel, maar de discussie oververhit. Zelfs de ‘bemiddelingspoging’ van het kabinet om het gesprek gaande te houden, lijkt weinig doordacht. Waarom niet een bemiddelaar die door alle partijen wordt geaccepteerd? Wel zo handig. Provincies krijgen nu tot 1 juli 2023 de tijd om hun plannen te maken. Dat betekent nog een jaar onzekerheid voor alle betrokkenen. De vraag wordt nu: wie zitten er bij de provincies aan tafel? En wordt de pijn eerlijk verdeeld? Laten we hopen dat de geschiedenis zich niet herhaalt.
Oorspronkelijk gepubliceerd op: https://www.deondernemer.nl/blog/tonie-broekhuijsen/boeren-boos-overheid-begrijpelijk~4031032