top of page
  • toniebroekhuijsen

Propaganda (1): Trump-mania in de polder



Mediamaker Tonie Broekhuijsen die Propaganda, hét klassieke handboek voor public relations, naar het Nederlands vertaalde, schrijft een aantal gastblogs voor De Ondernemer.

Vingerwijzen, jij-bakken en het verspreiden van desinformatie was tot voor kort voorbehouden aan politieke onrustzaaiers. Inmiddels bedient ook het maatschappelijk middenveld zich van deze propaganda-praktijken: Trump-mania in de polder. Wat is er aan de hand?


Demonstrerende boeren roepen dat het RIVM fake news verspreidt over het feit dat Nederland in een dikke laag stikstof woont. De actievoerende boeren wijzen verontwaardigd naar de luchtvaart en de bouw: zij doen het toch ook! Waarom zijn de boeren dan wéér slachtoffer van de Nederlandse politiek? Het Nederland dat zij voeden, is het Nederland dat hen kapot maakt.

Waar de actievoerende boeren met kilometerslange files en geweld publieke instemming en politieke wendbaarheid afdwingen, worden de ‘Extinxtion Rebellion’-demonstranten met hun klimaateisen in Amsterdam direct de cel ingegooid. Meten met twee maten, vinden de rebellen, die ook weten dat verontwaardiging sympathie kan opwekken. En daarbij: zij hebben lang genoeg gesproken met de politiek, nu komt het toch echt op daden aan om het klimaat te ontzien: de wereld staat in brand. Blijkbaar vinden de demonstrerende boeren en rebellen elkaar in de methode van demonstreren: het op slot zetten van het verkeer. Niet de politiek, maar het publiek wordt in de wielen gereden. Straks komen daar de aannemers bij, die verontwaardigd naar de boeren wijzen: zij verdienen nog melkgeld, wij verdienen helemaal niks meer.

Ook maar een mening Gedeputeerde Johannes Kramer van de Fryske Nasjonale Partij uit Leeuwarden veroorzaakt een tsunami aan trekkerfiles nadat hij op vrijdag 11 oktober is gezwicht voor de eisen van de boeren. Boeren die overigens op kosten van veevoeder- en slachthuisbedrijven een communicatiebedrijf in de arm hebben genomen om hun boodschap zo krachtig mogelijk uit te venten, zo meldt De Gelderlander. In de week daarop wordt de krachteloosheid van de politiek door de meeste provinciebestuurders in het land onderstreept: ze trekken de files en demonstraties niet. De belangenbehartigers van de luchtvaart en de bouw struikelen over elkaar om aan te geven dat er rond ‘de stikstof-problematiek’ een onmogelijke situatie is ontstaan, die zo snel mogelijk moet worden opgelost. De term stikstof-problematiek wordt door de echoput van de media ontelbare malen herhaald. Uniek: zelfs de Koning, op zakenreis in India, bemoeit zich met de patstelling, die in het land is ontstaan: we moeten het samen oplossen. Dat deze problematiek al twintig jaar bekend is en dat er door de opeenvolgende regeringen nauwelijks wat aan de uitstoot van stikstof is gedaan, of zelfs is verergerd, zoals onder de bezielende leiding van CDA-staatssecretaris Henk Bleker, en later PvdA-staatssecretaris Sharon Dijksma, wordt in discussies weggemaaid als ook maar een mening. Nederland zit op slot, er mag niets meer. Wendbare politici huilen mee over de ‘acute stikstof-problematiek’, die ze zelf hebben veroorzaakt. Trouwens, wie beweert er eigenlijk dat al die stikstof zo ongelooflijk slecht voor ons is?

De nieuwe censuur Het verspreiden van desinformatie is de nieuwe censuur, vertelt Peter Pomerantsev, onderzoeker aan de London School of Economics and Political Science, in een interview van Sander Pleij in de Volkskrant van zaterdag 19 oktober. Gelijk krijgen is niet interessant, beter is het om verwarring te zaaien. “Als je mensen ervan kunt overtuigen dat alles om hen heen manipulatie is en onderdeel van een informatieoorlog, kun je alle kritiek afdoen als machinaties van geheime krachten.” Dit gevecht neemt, met name op social media, in alle hevigheid toe. En besmet bijvoorbeeld deze discussie over het stikstofbeleid in Nederland. Halve waarheden, opportune uitspraken, en leugens beheersen het debat. Nieuw is dit allerminst. Zo’n honderd jaar geleden – de radio was nog hét nieuwe medium - werd er in de media al hartstochtelijk gediscussieerd over de publieke opinie en hoe je deze kan manipuleren; en of het publiek in staat is om zelfstandig na te denken en conclusies te trekken over allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, of juist niet.

Propaganda Edward Bernays (1891-1995) was één van hen: een volle neef van Sigmund Freud. Als geen ander begreep hij het belang van het werk van zijn beroemde oom: inzicht in de drijfveren van de mens. Hij voorzag de zogenaamde aandachts-economie, zoals we die nu in alle hevigheid beleven met smartphones, social media en notifications. Hij begreep het belang van communicatie in een democratische en kapitalistische samenleving, en voorspelde ook dat dit belang alleen maar zou toenemen. Nieuwe technieken veranderen mensen niet. Nieuwe technieken moet je gebruiken voor wat ze waard zijn, maar mensen blijven de gecompliceerde, emotionele ontvangers met al hun onzekerheden en vastgeroeste ideeën. Nieuws, zo beschrijft Bernays in Propaganda, kun je maken. In de Verenigde Staten wordt Bernays gezien als de vader van de publicrelations-industrie. Over twee weken verschijnt voor het eerst in Nederland zijn klassieke bestseller Propaganda, die hij al in 1928 uitgaf.




Oorspronkelijk gepubliceerd op: 

bottom of page