- toniebroekhuijsen
Waarom de persconferenties van Rutte mij doen denken aan mijn autoritaire vader
De coronamaatregelen van het ‘nieuwe oude’ kabinet van onze bijna-bijna langstzittende premier voelen willekeurig aan. Vragen waarom in België en Duitsland andere maatregelen van kracht zijn, worden vakkundig omzeild. Een communicatieve doodzonde, legt mediadeskundige Tonie Broekhuijsen uit. Doet ‘m denken aan zijn autoritaire vader.

‘We gaan naar bed.’ Bam! Bij de lichtschakelaars kijkt mijn vader als een helse poortwachter demonstratief op zijn horloge. Het is 11.00 uur. In het felle licht van de plafonnieres is de betovering van het tienerfeestje onmiddellijk verbroken. Als geschrokken konijnen springen zoenende vriendjes en vriendinnetjes van het tapijt, de zwetende schuifelaars duwen elkaar panisch weg en vader loopt resoluut naar de geluidsinstallatie om de smachtende Jane Birkin en Serge Gainsborough met hun hijgballade ‘Je t'aime, moi non plus’ de mond te snoeren.
Wie als puber de jaren zeventig heeft meegemaakt, zal het voorval ongetwijfeld herkennen. Mijn vader was niet de enige party-pooper die met autoritaire opvoedingsmethoden de tijdgeest probeerde te bestrijden. Als je om uitleg vroeg, was het antwoord: ‘Omdat ik het zeg’. Je kreeg hooguit een vaag verhaal over vroeger, waarmee een zinnig antwoord werd omzeild.
Ik moet eraan denken nu de geruchten gaan dat het land ietsjes meer open mag, een kiertje, omkleed met de nodige ge- en verboden. Irritant is sowieso de manier waarop bekendmakingen al twee jaar worden gecommuniceerd: lekken via de media, en dan kijken hoe het land erop reageert. Het land bleef dit weekend morren, dus is de versoepeling ietsjes aangepast. Wat ook weer de willekeur van zo’n besluit onderstreept.
Wie verzint het in hemelsnaam om acht uur ’s avonds de horeca te sluiten? In Zuid-Europa gaan mensen om die tijd pas aan tafel. Je hoorde de boa’s al zuchten: krijgen we dát weer op ons bord.
“Sorry meneer, maar kunt u uw klanten een beetje sneller laten eten. Het is kwart voor acht, dus als ze nog een toetje willen, moeten ze ‘t wel snel naar binnen werken.”
Tien uur is het nu dus geworden. Nog steeds onbegrijpelijk. Het wachten is op de aankondiging van Annechien Steenhuizen in het 10 uur-Journaal: “Dames en heren, welterusten. De lichten gaan zo uit. We gaan naar bed.”
Terwijl ik aan het foeteren ben op de regel- en bemoeizucht van ons ‘nieuwe oude kabinet’ probeert mijn echtgenote mij nog op te vrolijken met de dooddoener: “Dan gaan we toch gewoon eerder.”
Enfin, het lijkt erop dat ik niet de enige was die van zijn stoel viel van verbazing. Het ‘nieuwe oude kabinet’ laat weten dat ze luisteren naar het volk. Tien uur. Zo zég, wat een versoepeling! Zucht.
Het probleem van mijn vader was dat hij was opgegroeid in een tijd dat vaders wil wet was. Hij had gedaan wat zijn vader van hem verlangde, dus was het in zijn ogen logisch dat wij, zijn kinderen, dat ook zouden doen. Maar die autoritaire tijd lag toen al lichtjaren achter ons. Als kinderen waren we meesters in het zeuren bij moeders, die iets meer feeling had met wat kinderen leuk vonden. Dus werden er compromissen gesloten. Ja, een feestje mocht, maar dan was het wel om elf uur afgelopen. Moeder nam vader nog mee naar de buren om daar een biertje te drinken en de goede man af te leiden. Hij ging mee, maar liet zich geen zand in de ogen strooien. 11.00 uur was 11.00 uur. Bam! Licht aan. Het gekreun van Jane Birkin verstomde direct.
Een deel van de leden van het ‘nieuwe oude’ kabinet kan zich, gezien hun leeftijd, die tijd ook nog wel herinneren. Van onze bijna-bijna langstzittende premier durf ik het niet te zeggen: hij is een stukje jonger dan ondergetekende. Misschien heeft hij die periode van z’n leven overgeslagen? Of vond hij het wel prima, van die autoritaire vaders. Zou me niets verbazen.
Zijn we in een museum bevattelijker voor het virus dan in de Albert Heijn? Wacht het virus ons wel in de coulissen van het theater op, maar niet in het gangpad van de trein of het vliegtuig? Zijn mensen voor tien uur ‘s avonds minder besmettelijk dan na tien uur ‘s avonds? Hoe ziet het kabinet het kroeg- en restaurantleven voor zich? Dat je in een restaurant op z’n laatst om acht uur aan tafel gaat, zodat je met drie of vier gangen om kwart voor tien nog net de rekening kan voldoen?
Halve omzet restauranthouders
Tsja, het is beter dan niets, maar veel restauranthouders kunnen niet leven van de helft van hun inkomsten. En dat geldt natuurlijk ook voor theaters en bioscopen, om maar te zwijgen over het nachtleven dat gesloten blijft.
Waarom, vraag ik me in deze tijd steeds vaker af, verzint het kabinet regels die voor anderen niet te begrijpen zijn? Omdat ik het zeg, is niet meer van deze tijd. Maar antwoorden op vragen waarom er zo’n groot verschil in maatregelen is tussen Nederland, België en Duitsland worden door onze bijna-bijna langstzittende premier vakkundig genegeerd en omzeild. De schrijnende voorbeelden van die verschillen hebben we de afgelopen weken allemaal in de media langs zien komen. Volle terrassen in Antwerpen, shoppen in Brussel of Aken.
Geen antwoorden geven op normale vragen over drastische maatregelen is een communicatieve doodzonde. Maatregelen vragen om uitleg en begrip. Daarmee creëer je draagvlak. Voor een kabinet dat nauwelijks vertrouwen geniet, zelfs niet bij de eigen kiezers, is het onbegrijpelijk dat ze geen zinnige uitleg geeft. Het getuigt van weinig respect voor alle mensen en beroepsgroepen die last hebben van al die maatregelen. Het maakt mensen verdrietig, wanhopig en boos. Erg boos. Wie kan het hen nog kwalijk nemen?