top of page
  • toniebroekhuijsen

‘Jouw waarheid? Mijn waarheid? Waarom social media desinformatie niet zelf tegenhouden

Hoeveel waarheid kun je verdragen? De werking van propaganda staat sinds de oorlog in Oekraïne weer volop in de belangstelling. Veel propaganda wordt verspreid via sociale media. Ook op het zakelijke netwerk LinkedIn. Geen goede zaak, vindt mediadeskundige Tonie Broekhuijsen, dus meldde hij propaganda aan als desinformatie bij de ‘LinkedIn Trust & Safety Team’. Wat er toen gebeurde…



Sinds wanneer geloven we in verschillende waarheden? Ik weet het niet exact. Ver voor de opkomst van Willem Engel in elk geval. We zien het op televisie, we horen het op de radio en in podcasts, we lezen het in de commentaren onder nieuwsberichten bij NU.nl of op sociale media. Die nieuwe, zeer persoonlijke waarheid van collega’s, kennissen, vrienden, familieleden en andere mensen. Die merkwaardige waarheid die ook weinig waarde hecht aan feitelijkheden. Die waarheid bleek tijdens de Covid19-pandemie wild om zich heen te slaan en ook in Nederland steeds meer mensen te infecteren.


In Engeland hadden ze er met Brexit al flink mee te maken gehad; de Verenigde Staten werden er tijdens de presidentsverkiezingen van 2016 en 2020 mee geconfronteerd, met als denderend slotakkoord de bestorming van Het Capitool op 6 januari 2021. En in de Russische Federatie, zo weten we nu, mengt de overheid zich al sinds de anti-Poetin demonstraties in 2011 actief in het politieke debat.


Voor dat doel werd in St. Petersburg in 2013 een zogenaamde Trollenfabriek opgericht: het Internet Research Agency (IRA). In zijn boek ‘Dit is geen propaganda’ legt cybersecurity-expert Peter Pomerantsev hoe die trollenfabriek werkt. Via nep-accounts wordt de conversatie op sociale media beïnvloed. Duizenden ‘trollen’ – werknemers van de IRA - doen zich voor als je buurman of buurvrouw, die opeens genoeg hebben van een bepaalde politicus of zich inzetten voor een politiek onderwerp. De Russische journaliste Ljoedmila Savtsjoek werkte in 2014 ‘undercover’ voor het Internet Research Agency. ‘Je moet altijd je boodschap verpakken in menselijkheid. Het politieke vermengen met het persoonlijke’, vertelde ze De Groene Amsterdammer enkele jaren geleden. Het NRC onthulde destijds dat de fabriek ook in Nederland actief was met het verspreiden van nepnieuws.


Sinds de inval van de Russische Federatie in de Oekraïne op 24 februari staat het fenomeen propaganda ernstig in de belangstelling. Ik word veel gemaild door journalisten en studenten: wat is propaganda, hoe werkt het precies en hoe kunnen we het voorkomen dan wel herkennen? Dat laatste is natuurlijk niet zo makkelijk te beantwoorden. Juist omdat effectieve propaganda de werkelijkheid gebruikt voor een eigen fantasieverhaal lijkt het op het eerste gezicht geloofwaardig.


De oorlog in Oekraïne is daar een goed voorbeeld van. Niemand in het Westen gelooft het verhaal van Poetin over ‘de denazificatie van Oekraïne’, maar wat je wel veel hoort en leest is dit verhaal: ja, het Westen is ook schuldig, want de NAVO respecteert de Russische invloedssfeer niet. Het lijkt alsof de spreker verstand van zaken heeft. Zo zeg,die begrijpt de geo-politiek! En er zit ook nog iets nobels in: respecteer je tegenstanders.


Maar als je twee seconden langer nadenkt, begrijp je onmiddellijk dat je om dit soort redenen niet zomaar een onafhankelijk land kan binnenvallen, steden kan platbombarderen en burgerslachtoffers kan maken. Dat is de wereld op z’n kop. Daarbij: de bezetting van de Krim en de Donbas-regio in Oekraïne is al een tijdje aan de gang; op 24 februari, de dag van de laatste inval, was dat precies acht jaar geleden. Geen toeval.


Propaganda van beide kanten

Van de week zag ik op LinkedIn een verhaal van iemand die veel ophef maakte over de toespraak van president Volodymyr Zelensky in de Tweede Kamer. Ja, zijn verhaal is inderdaad ook propaganda. Het is overduidelijk dat Zelensky politiek bedrijft, en dat hij alle mogelijk steun vraagt voor zijn land, politiek, militair en humanitair. Daar is weinig geheimzinnigs aan.


De post op LinkedIn verwees naar www.deanderekrant.nl. Deze krant, die Willem Engel op handen draagt, wordt uitgegeven door uitgeverij de Blauwe Tijger die in 2020 in een rapport over terrorisme expliciet wordt vermeld door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid als ‘een doorgeefluik van anti-overheidspropaganda, nepnieuws en complottheorieën’.


Ik besloot de post aan te melden bij het ‘LinkedIn Trust & Safety Team’: dit is desinformatie. Als antwoord krijg ik te lezen dat de post niet indruist tegen de ‘Professional Community Policies’. Als ik wil, kan ik degene die het heeft gepost ontvolgen, de connectie verwijderen en zelfs geheel blokkeren. Ja, schrijf ik terug, dat weet ik, maar leg me uit waarom die post niet tegen jullie ‘Policy’ ingaat. Er staat toch duidelijk vermeld dat LinkedIn het verspreiden van desinformatie op het platform verbiedt: ‘Do not share false or misleading content.’ Geen speld tussen te krijgen.


Maar hoe vaak ik ook om specifieke uitleg vraag, ik krijg continu hetzelfde antwoord toegestuurd. Ik heb ze gemeld deze column te gaan schrijven, maar ook dat hielp niet om hun ijzige zwijgzaamheid te doorbreken. LinkedIn houdt zich liever op de vlakte. Hun policy is bedrijfsgeheim. Geautomatiseerd antwoord? Ik weet het niet.


Wat ik wel weet, is dat dankzij sociale media veel desinformatie wordt verspreid. Sociale media hebben financieel baat bij clicks, likes en commentaren om rond die controversiële content zoveel mogelijk advertenties te kunnen verkopen. Daar zit de winst, en daar is op zich niets mis mee. De vraag is wel: is het verstandig om de slager z’n eigen vlees te laten keuren? Oftewel: moeten we deze bedrijven laten bepalen wat desinformatie is en wat niet?


Nee, natuurlijk. Het is hoogtijd om als samenleving een antwoord op dit probleem te formuleren. Want juist in een democratie kan je over feitelijke waarheden niet ongestraft blijven onderhandelen. Dat veroorzaakt onzekerheid, onrust en uiteindelijk een gebrek aan geloof in diezelfde democratische samenleving. En als dat gebeurt, vallen er slachtoffers.

bottom of page