top of page
  • toniebroekhuijsen

Communicatie is niet hetzelfde als manipulatie

Alles in onze wereld moet tegenwoordig efficiënt, budgettair neutraal en communicatief zo te manipuleren zijn dat de uitkomst bij voorbaat vaststaat. In het bedrijfsleven en de politiek. Dat is logisch vanuit het perspectief van de manager, maar tegenwoordig ook steeds vaker de opinio communis. Dat is niet terecht, vindt mediadeskundige Tonie Broekhuijsen. Communicatie is niet hetzelfde als manipulatie.






,,Hoe krijgen we iedereen zover dat ze meedoen?”

,,We moeten ze gewoon niet teveel keuzes geven. Drie keuzes. Maximaal. Vervolgens zetten we een pijltje bij de middelste keuzemogelijkheid: de meeste mensen kozen hiervoor. Dan zul je zien dat de meeste mensen die mogelijkheid ook kiezen.”


Ze zijn de mensen uit de buurt die we als vereniging vertegenwoordigen. We, wij van de buurtvereniging, bespreken een enquête die we onder bewoners willen verspreiden om te kijken in hoeverre zij willen meegaan in onze plannen om de buurt te vergroenen, ook als hen dat geld gaat kosten. De vergaderaars van de buurtvereniging zijn allemaal vrijwilligers. Ik ken hen nog niet erg goed, maar het lijken stuk voor stuk aardige mensen die zich in hun vrije tijd inzetten voor een gezamenlijk doel. Een goed doel, in mijn ogen.


Function creep

Wat me de laatste tijd opvalt, is dat de vergaderaars allemaal een eigen expertise hebben, die de vergadering insluipt. Het zijn professionals uit het bedrijfsleven die vanuit een managementpositie gewend zijn anderen aan te sturen, budgetten te bewaken en liefst zo snel en resultaatgericht mogelijk te werken. In de vergadering gaat het dus ook al snel over dichtgeslibde agenda’s en tijdsdruk – ‘ik vind wél dat we dit allemaal komende zomer geregeld moeten hebben’, financiën uiteraard – ‘is er misschien een subsidiepotje op het stadhuis dat we hiervoor kunnen aanspreken?’ en het domweg beïnvloeden van de overige buurtbewoners, die wel moeten meewerken om de plannen te verwezenlijken. Want één ding is al snel duidelijk: het is niet de bedoeling dat de bewoners de plannen afwijzen.


En dat zet me aan het denken.


‘Function creep’ is een term die ik uit de digitale wereld ken. Iets heeft een functie, maar al gauw blijk je die functie voor meerdere doeleinden te kunnen gebruiken. Bekend voorbeeld: inloggen op het bedrijfsnetwerk. Inloggen is noodzakelijk omdat niet iedereen toegang tot het netwerk mag krijgen, maar al snel worden de inloggegevens gebruikt om te controleren hoe vaak mensen inloggen en hoe lang ze ingelogd blijven. Je kunt dus ook controleren of mensen aan het werk zijn. Function creep is dus oneigenlijk gebruik van de oorspronkelijke functie.


Wat ik niet alleen bij deze buurtvergaderingen tegenkom, maar ook in de kolommen van tijdschriften, kranten en blogs, op televisie en radio, is een soort function creep vanuit het managementdenken. Alles in onze wereld moet efficiënt, budgettair neutraal en communicatief zo te manipuleren zijn dat de uitkomst bij voorbaat vaststaat. Dat is logisch vanuit het perspectief van de manager: als je de hele dag een afdeling, een bedrijf of je klanten managet, ga je denken dat dit de manier is waarop je de wereld tegemoet moet treden, waarop je ze kunt meenemen in jouw plannen. Ze, de mensen, zijn natuurlijk altijd de anderen. Dat ben je nooit zelf.


Interesse in politiek via spelshows

Opvallend is de overeenkomst met de politiek. Jarenlang hebben we politici gehad, die klagen dat de burgers geen enkele interesse meer lijken te hebben voor de politiek. Dat geklaag veranderde de burgers niet, maar politici wel. Die zagen we opeens in spelshows terug, hun persoonlijke wel en wee in weekbladen uitmeten, verkleed op de cover van glossy-magazines en steeds populistischere taal uitslaan om maar in het nieuws terecht te komen. Taal die overigens steeds grover en grover is geworden. Voor sommigen lijkt dit spel een doel op zich. De aanname was en is nog steeds dat zij als politici op die manier ons als burgers beter kunnen bereiken.


Daar geloof ik helemaal niets van.


Dik vijfendertig jaar geleden, in het pre-computertijdperk, begon ik als eindredacteur bij het vrouwenweekblad Libelle, toen nog met een oplage van rond de 800.000 exemplaren. We werkten met typemachines en op een dag kregen we nieuw typepapier om onze verhalen op te tikken. Eén vel had twee doorslagen van carbonpapier; een soort doordruk. Normaal gesproken was dat niet iets opmerkelijks, maar opeens stond daar halverwege het vel, in het hoekige handschrift van onze toenmalige hoofdredacteur, Rob van Vuure, dat ene zinnetje: ‘Vindt de lezeres dit nog wel leuk?’


Een typisch zinnetje.


Niet over, maar mét mensen praten

Als je mensen niet in je verhaal kunt meenemen, haken ze af. Dat is duidelijk. Maar leuk is niet alleen mooi of interessant; leuk is ook dat mensen zich aangesproken voelen, dat ze het gevoel hebben dat het om hen gaat en dat ze erbij betrokken worden. Rob hamerde er altijd op dat we onze lezeressen en lezers serieus moesten nemen. Niet ze, maar we. Niet over mensen praten, maar daadwerkelijk met mensen praten. Communicatie is niet hetzelfde als manipulatie – ook al denken steeds meer mensen dat, en niet altijd ten onrechte - maar het betekent: contact maken met. Er is niets mis met het elkaar proberen te overtuigen van een ander standpunt, maar doe het met respect voor het standpunt van die ander. Probeer je ook in haar of zijn positie in te leven.


Dat is sowieso natuurlijk een goed idee.

bottom of page